(Label: visualeditor)
|
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Tussen de haven Vlissingen-Oost en de stadregio Middelburg-Vlissingen ligt een landbouwgebied waaronder de Schorerpolder (figuur 1). Eigenaar is Zeeland Seaports (ZSP) die de polder gaan gebruiken voor natuurcompensatie bij verdere havenuitbreiding. Het idee is om de 28 hectare grote Schorerpolder weer in contact met de zee te brengen en zodat laagdynamische, estuariene habitat ontstaat, wat bijdraagt aan de natuurdoelstellingen van de Westerschelde. Deze natuurcompensatie werd in 2003 al besproken bij plannen voor een (buitendijkse) Westerschelde Container Terminal, maar deze terminal is nooit gerealiseerd. |
Tussen de haven Vlissingen-Oost en de stadregio Middelburg-Vlissingen ligt een landbouwgebied waaronder de Schorerpolder (figuur 1). Eigenaar is Zeeland Seaports (ZSP) die de polder gaan gebruiken voor natuurcompensatie bij verdere havenuitbreiding. Het idee is om de 28 hectare grote Schorerpolder weer in contact met de zee te brengen en zodat laagdynamische, estuariene habitat ontstaat, wat bijdraagt aan de natuurdoelstellingen van de Westerschelde. Deze natuurcompensatie werd in 2003 al besproken bij plannen voor een (buitendijkse) Westerschelde Container Terminal, maar deze terminal is nooit gerealiseerd. |
||
− | [[Bestand:Schorerpolder en omgeving Sloehaven West.png|gecentreerd|miniatuur|705x705px|Figuur 1: Schorerpolder en omgeving Sloehaven West (Westveer, 2013).]] |
+ | [[Bestand:Schorerpolder en omgeving Sloehaven West.png|gecentreerd|miniatuur|705x705px|Figuur 1: Schorerpolder en omgeving Sloehaven West (Westveer, 2013). Deze polder is in 1860 ingepolderd en vernoemd naar Willem Schorer die behoorde tot een invloedrijke familie. Als jurist publiceerde hij verscheidene geschriften over de rechten op de ingedijkte schorren.]] |
+ | |||
Nu zijn er plannen voor de aanleg van een nieuwe kade in de Sloehaven en is de natuurcompensatie Schorerpolder weer actueel. ZSP voeren momenteel gesprekken over de {{External link|resource=Resource Hyperlink 00313|name=planvorming|dialog=process-linkwebsite-dialog}} met natuurorganisaties verenigd in Coalitie Delta Natuurlijk (CDN). Samen hebben zij adviesbureau TAUW opdracht gegeven voor een studie Ontpoldering Schorerpolder (concept juni 2017). Via workshops zijn vier inrichtingsvarianten voor een toekomstige inrichting vastgesteld en qua morfologie en ecologie uitgewerkt. Veel aspecten zijn echter nog onbeantwoord. Het inrichten en gebruiken van een dergelijk nieuw natuurgebied vraagt om expertise op vele kennisgebieden en betrokkenheid van alle partijen om te komen tot gedeelde uitgangspunten, kennisdeling en gedragen keuzes. Zodoende is dit vraagstuk een ideaal onderwerp voor een integrale aanpak waarbij onderwijs, kennispartners, overheden en bedrijven samenwerken op een zeer actueel beleidsterrein. |
Nu zijn er plannen voor de aanleg van een nieuwe kade in de Sloehaven en is de natuurcompensatie Schorerpolder weer actueel. ZSP voeren momenteel gesprekken over de {{External link|resource=Resource Hyperlink 00313|name=planvorming|dialog=process-linkwebsite-dialog}} met natuurorganisaties verenigd in Coalitie Delta Natuurlijk (CDN). Samen hebben zij adviesbureau TAUW opdracht gegeven voor een studie Ontpoldering Schorerpolder (concept juni 2017). Via workshops zijn vier inrichtingsvarianten voor een toekomstige inrichting vastgesteld en qua morfologie en ecologie uitgewerkt. Veel aspecten zijn echter nog onbeantwoord. Het inrichten en gebruiken van een dergelijk nieuw natuurgebied vraagt om expertise op vele kennisgebieden en betrokkenheid van alle partijen om te komen tot gedeelde uitgangspunten, kennisdeling en gedragen keuzes. Zodoende is dit vraagstuk een ideaal onderwerp voor een integrale aanpak waarbij onderwijs, kennispartners, overheden en bedrijven samenwerken op een zeer actueel beleidsterrein. |
||
+ | ==== Betrekken stakeholders ==== |
||
+ | Er zijn verschillende methoden om deze stakeholders actief te betrekken bij het living lab en het co-creatieproces. Belangrijke stappen zijn onder meer: bewustwording van elkaars positie, gezamenlijke analyse van feiten en problemen, het identificeren van relevante onderzoeksvragen en het toewerken naar een gedeelde visie en verbondenheid. De keuze van de methode wordt afgestemd met de betrokken partijen en is mede afhankelijk van de fase waarin het proces zich bevindt. Aan de hand van een gestructureerde vragenlijst ontwikkeld door Kenniscentrum Expertise en Valorisatie Management (KC EVM) zullen studenten in beeld brengen wat er speelt, wie betrokken is en mandaat heeft, wat de motivatie voor verandering is, etc. |
||
+ | |||
+ | ==== Relevante kaders ==== |
||
+ | Het is tevens van belang om een goed en gedeeld begrip te verkrijgen van de probleemstelling en van relevante beleidskaders, waaronder ''Ambitie 2030 Zeeland Seaports, Agenda van de Toekomst'' (VNSC), ''Natuurnetwerk Zeeland'' (Provincie Zeeland), de landelijke programma’s ''Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie'' en ''Hoogwaterbeschermingsprogramma'' (HWBP) van de waterschappen en Rijkswaterstaat. |
||
+ | |||
+ | ==== Werksessies organiseren ==== |
||
+ | Er worden living lab-werksessies georganiseerd (n=2) waarbij de bestaande kennis en het lopende praktijkgerichte onderzoek besproken wordt. Deelnemers zijn: Zeeland Seaports, de natuurorganisaties in de Coalitie Delta Natuurlijk, HZ , kennispartners (Deltares, Wageningen Marine Research/WMR, NIOZ e.a.), ondernemers (PORTIZ, landbouw e.a.), overheidsorganisaties (gemeenten, Waterschap Scheldestromen, Rijkswaterstaat Zee en Delta) en burgers. |
||
+ | |||
+ | Om inzicht te krijgen in de kosten voor civiele techniek-oplossingen worden de volgende activiteiten uitgevoerd: |
||
+ | # Een technisch en kosteneffectief ontwerp maken voor verlegde en aangepaste waterkeringen, rekening houden met faalmechanismen van de waterkeringen ter plaatse. |
||
+ | # Maatregelen tegen verzilting. De gevolgen van de ontpoldering op de zoetwatervoorraad in de omliggende landbouwgronden zal in kaart worden gebracht. Het nut en de noodzaak van maatregelen om verzilting tegen te gaan zullen worden onderzocht. |
||
+ | # De ontsluiting van het gebied (verkeersbesluiten, alternatieve en recreatieve routes en eventuele risico’s). |
||
+ | Alle drie activiteiten worden besproken tijdens de living labsessies. |
||
+ | |||
+ | ==== Ecosysteem diensten inrichtingsvarianten ==== |
||
+ | Er zal een verkenning worden uitgevoerd naar de ecosysteemdiensten die bij de verschillende inrichtingsvarianten kunnen ontstaan. Er zal worden aangesloten op participatieve toepassing van de {{External link|resource=Resource Hyperlink 00314|name=Natuurlijk Kapitaal Nederland|dialog=process-linkwebsite-dialog}}-methodiek die onlangs succesvol is toegepast door {{Cite|resource=Resource Bibliographic Reference 00011|name=Franken, et al. (p. 12-14)|dialog=process-bibliographicreference-dialog}} voor een multifunctionele dubbele keringszone in de pilot dijkversterking Eemshaven – Delfzijl. In het Living Lab Schorerpolder zal de methodiek worden toegepast op de vier inrichtingsvarianten (TAUW, 2016). De onderzoeksopdracht omvat aldus: |
||
+ | # Het karteren en herkennen van de huidige ecosysteemdiensten en het inschatten van toekomstige ecostysteemdiensten op basis van activiteit 2. Dit gebeurt met behulp van GIS en beschikbare ecotopenkaarten, etc. |
||
+ | # Het kwantificeren en waarderen van ecosysteemdiensten, waarbij gebruik wordt gemaakt van kentallen en veldwaarnemingen in het estuariene milieus. Daartoe wordt een inventarisatie gemaakt van actuele voorbeelden in de regio (ontpoldering Perkpolder, Rammegors, Plan Tureluur, Waterdunen,..). De mogelijkheden zullen worden onderzocht om de ecosysteemdiensten verder te verhogen door het toepassen van eco-engineering, het vergroten van de belevingswaarde en kansen voor zilte teelt. Daarnaast zal inzicht worden gezocht in relatie tussen de nieuwe habitattypen die ontstaan en de Natura 2000 status. |
||
+ | # Het afwegen en benutten van de waarde zoals in kaart gebracht binnen activiteiten 1 en 2. De kansen voor ecosysteemdiensten in de Schorerpolder zullen worden besproken tijdens de workshop in juni 2018 met betrokken partijen. Het doel is om de meerwaarde van een ecosysteemdienst-benadering in kaart te brengen en de bestaande inrichtingsvarianten daarop te scoren. Ook zal de consequentie van toekomstige Natura 2000 status van de natuurcompensatie worden bediscussieerd tegen het licht van toekomstige havenontwikkelingen. |
||
{{Light Context |
{{Light Context |
||
|Sequence numbers=undefined,undefined; |
|Sequence numbers=undefined,undefined; |
Tussen de haven Vlissingen-Oost en de stadregio Middelburg-Vlissingen ligt een landbouwgebied waaronder de Schorerpolder (figuur 1). Eigenaar is Zeeland Seaports (ZSP) die de polder gaan gebruiken voor natuurcompensatie bij verdere havenuitbreiding. Het idee is om de 28 hectare grote Schorerpolder weer in contact met de zee te brengen en zodat laagdynamische, estuariene habitat ontstaat, wat bijdraagt aan de natuurdoelstellingen van de Westerschelde. Deze natuurcompensatie werd in 2003 al besproken bij plannen voor een (buitendijkse) Westerschelde Container Terminal, maar deze terminal is nooit gerealiseerd.
Nu zijn er plannen voor de aanleg van een nieuwe kade in de Sloehaven en is de natuurcompensatie Schorerpolder weer actueel. ZSP voeren momenteel gesprekken over de planvorming met natuurorganisaties verenigd in Coalitie Delta Natuurlijk (CDN). Samen hebben zij adviesbureau TAUW opdracht gegeven voor een studie Ontpoldering Schorerpolder (concept juni 2017). Via workshops zijn vier inrichtingsvarianten voor een toekomstige inrichting vastgesteld en qua morfologie en ecologie uitgewerkt. Veel aspecten zijn echter nog onbeantwoord. Het inrichten en gebruiken van een dergelijk nieuw natuurgebied vraagt om expertise op vele kennisgebieden en betrokkenheid van alle partijen om te komen tot gedeelde uitgangspunten, kennisdeling en gedragen keuzes. Zodoende is dit vraagstuk een ideaal onderwerp voor een integrale aanpak waarbij onderwijs, kennispartners, overheden en bedrijven samenwerken op een zeer actueel beleidsterrein.
Er zijn verschillende methoden om deze stakeholders actief te betrekken bij het living lab en het co-creatieproces. Belangrijke stappen zijn onder meer: bewustwording van elkaars positie, gezamenlijke analyse van feiten en problemen, het identificeren van relevante onderzoeksvragen en het toewerken naar een gedeelde visie en verbondenheid. De keuze van de methode wordt afgestemd met de betrokken partijen en is mede afhankelijk van de fase waarin het proces zich bevindt. Aan de hand van een gestructureerde vragenlijst ontwikkeld door Kenniscentrum Expertise en Valorisatie Management (KC EVM) zullen studenten in beeld brengen wat er speelt, wie betrokken is en mandaat heeft, wat de motivatie voor verandering is, etc.
Het is tevens van belang om een goed en gedeeld begrip te verkrijgen van de probleemstelling en van relevante beleidskaders, waaronder Ambitie 2030 Zeeland Seaports, Agenda van de Toekomst (VNSC), Natuurnetwerk Zeeland (Provincie Zeeland), de landelijke programma’s Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van de waterschappen en Rijkswaterstaat.
Er worden living lab-werksessies georganiseerd (n=2) waarbij de bestaande kennis en het lopende praktijkgerichte onderzoek besproken wordt. Deelnemers zijn: Zeeland Seaports, de natuurorganisaties in de Coalitie Delta Natuurlijk, HZ , kennispartners (Deltares, Wageningen Marine Research/WMR, NIOZ e.a.), ondernemers (PORTIZ, landbouw e.a.), overheidsorganisaties (gemeenten, Waterschap Scheldestromen, Rijkswaterstaat Zee en Delta) en burgers.
Om inzicht te krijgen in de kosten voor civiele techniek-oplossingen worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
Alle drie activiteiten worden besproken tijdens de living labsessies.
Er zal een verkenning worden uitgevoerd naar de ecosysteemdiensten die bij de verschillende inrichtingsvarianten kunnen ontstaan. Er zal worden aangesloten op participatieve toepassing van de Natuurlijk Kapitaal Nederland-methodiek die onlangs succesvol is toegepast door Franken, et al. (p. 12-14) (Franken, et al., (p. 12-14), 1 mei 2016) voor een multifunctionele dubbele keringszone in de pilot dijkversterking Eemshaven – Delfzijl. In het Living Lab Schorerpolder zal de methodiek worden toegepast op de vier inrichtingsvarianten (TAUW, 2016). De onderzoeksopdracht omvat aldus: